`Pelgrimeren op de Great Himalayan Trail (Dag 3)'

Dag 3: Chyangthapu -→ Phalut

 

Vandaag is DE dag. 
Vandaag lopen we naar Phalut, het officiële startpunt van de Great Himalayan Trail, letterlijk op de grens van oost-Nepal met India gelegen. Vandaar beginnen we de dag erna onze reis westwaarts naar Pathibhara.
Chyanthapu ligt op 1550 meter hoogte. Phalut op 3450 meter. Een klim van 1900 meter in een dag dag is volgens elke maatstaf een monsterklim. 
En om het allemaal nog wat spannender te maken vertrekken we veel later dan gepland. Want op het gemak lekker ontbijten met pannekoeken en een tweede kopje hete thee is natuurlijk ook gezellig. 
Oh, en volgens de lokale gids is de route die we twee jaar geleden liepen niet veilig vanwege een 'landslide' en moeten we nu dus omhoog via wat destijds onze terugweg was. Ik herinner me die lange dag gruwelijk continu afdalen nog zeer goed. En besef me wat dit betekent voor het programma van vandaag: dat wordt lang en gruwelijk continu stijgen.

Nadat we Chyanthapu zijn uitgelopen, uitgezwaaid door wapperende vlaggetjes en vriendelijk lachende mensen, steken we onze eerste hangbrug over en bevinden we ons ineens tussen cardamom-plantages. Niet voor lang, al spoedig nemen we een zijpad en begint de lange klim. Ondanks onze late start is het nog lekker fris en het ochtendlicht is zacht en prachtig. 
Het is voor de meeste deelnemers echt even wennen om de dij- en kuitspieren er zo opeens van langs te geven en ook het met vertrouwen plaatsen van de voetjes op die oneffen stenen en steile rotspaadjes lukt nog niet altijd even goed.  
De lunch nuttigen we vandaag in het veld en bestaat uit meegenomen chapati's en hard gekookte eitjes. Het kost niet veel tijd om die naar binnen te werken. Wat echter wel voor vertraging zorgt is het ‘harmonica-effect’ van het lopen in een groep. Als na een rustpauze het sein ‘djam djam’ ('let's go!') van de gidsen klinkt, zit er behoorlijk wat tijd tussen de eerste en de laatste deelnemer die is opgestaan, uitgekletst, zn spullen heeft ingepakt en weer aan het lopen is. 
Ook blijkt het vaak moeilijk om in te schatten hoe snel je warm wordt van het lopen in de bergen. Ondanks het motto ‘Be bold, start cold!’ stoppen velen al na enkele minuten om de rugzak af te doen, toch die trui of jas maar weer uit te doen, het kledingstuk op te bergen en de rugzak weer om te doen. Toch vorderen we alles bij elkaar genomen gestaag en is de sfeer uitermate opgewekt.

Omdat we vrij laat in het seizoen zijn begint het vanaf een uur of vier snel frisser te worden en verdwijnt de zon ook in een rap tempo. Met als gevolg dat we eerst met truien en sjaaltjes in het schemer lopen en vervolgens al snel met donsjacks, handschoenen en hoofdlampjes in het donker en de snijdende kou. Althans degenen die zo slim waren handschoenen en hoofdlampje mee te nemen. Ik zelf val met twee linkerhandschoenen in een bijzondere tussencategorie.
En ondertussen is Phalut nog lang niet in zicht. Letterlijk en figuurlijk. Nog een uur? Nog twee uur? Echt? Niemand weet het of wil het horen.
Wat ben ik onder de indruk van de mentale weerbaarheid, kameraadschap en saamhorigheid van deze groep! Iedereen helpt elkaar, steunt elkaar en hoewel we allemaal stiller zijn dan voorheen valt er geen onvertogen woord. Het lopen valt iedereen nu zwaar en er rest niets anders dan doorgaan, het ene loodzware been voor het andere, tot we er zijn. Wanneer dat ook moge zijn. 
Dit is de ultieme breektest, nu komen we onszelf echt tegen. Iedereen graaft, vroet en bikt diep in het duister, gaat tot het uiterste, lijdt in stilte, komt oog in oog te staan met zijn of haar demonen en zoekt koortsachtig naar het juweel in de modder. 
En… vindt hem uiteindelijk: die innerlijke diamant, stralend en onverwoestbaar.

Na vier uur afzien in kou en donker steken we de grens met India over en komen we dan uiteindelijk aan bij Phalut. Waar geen plaats voor ons blijkt te zijn in de berghut. Nog maar verder strompelen op ons tandvlees dan, ons krijgen ze echt niet meer stuk.
Gelukkig is er vorig jaar aan de Nepaleze zijde ook een hut geopend, weet onze gids.  En gelukkig is deze hut niet ver en zijn we daar wel welkom. Zwijgzaam, met getekende gezichten, eten we -dik twaalf uur na vertrek uit Chyangthapu- dankbaar onze dhal bhat en zoeken daarna snel onze slaapzak op. Uitgeput. Helemaal op.

Maar diep van binnen weet iedereen nu: ‘Ik kan het WEL!’ Het diepe besef van die innerlijk overwinning geeft een euforische, helende transformatie die de volgende dagen voor iedereen zicht-, merk- en voelbaar is. 

Nu zijn we allemaal echte Pindo's!

 





 

← Vorig berichtVolgend bericht →